Omdat de kuitblessure me tijdens de zomer zeven weken aan de kant hield, kon ik de geplande marathon in die periode niet lopen. Nu het toch weer beter gaat zou ik toch het oorspronkelijke doel om er dit jaar zeven te lopen willen handhaven. Ik ga dus op zoek naar een wedstrijd in het late najaar. Ik ontdek dat er op het eiland Curaçao eind november voor de derde keer de KLM-marathon zal worden georganiseerd. We gaan wel eens meer in de winter naar een zonnig oord om de batterijen op te laden en als ik deze bestemming aan Zjan voorstel gaat ze direct akkoord. Ik zoek een leuk hotel voor zeven nachten, boek de vluchten bij KLM en schrijf me in. Omdat ik met KLM kom krijg ik zelfs korting op de inschrijvingsprijs want KLM is de sponsor van de organisatie.
Op donderdag 24 november gaan we in de namiddag naar het grootouderfeest van de school van onze kleinzonen. Na de voorstelling laden we thuis de koffers in de auto en we rijden naar Amsterdam. Ik heb in het Best Western Hotel een park-sleep-fly-formule geboekt. Het gaat vlot behalve in de laatste 10 kilometers. Na een periode traag aanschuiven bieden we ons aan in het hotel. De man aan de balie beweert doodleuk dat we onze auto daar niet kunnen achterlaten. Zijn hotel biedt die formule niet aan zegt hij. Ik was nochtans zeker dat ik het tegenovergestelde heb gezien op een website. Wij moeten onze auto naar de parkeergarage van Schiphol brengen en dan met een shuttle terugkeren naar het hotel. Op onze kamer zoek ik op onze IPad en vind de website terug waarop ik dit hotel bij de aanbieders van deze formule had gevonden. Ik ga het tonen aan de balie waar toevallig ook de hotelmanager aanwezig is. Ze schrikken want ze wisten niet dat hun hotel op die site voorkwam. De manager staat nu wel toe dat ik de auto op hun parking achterlaat maar we mogen het niet voortvertellen. Wat een geruststelling! We drinken een glas champagne (die we zelf meebrachten) op onze kamer, gaan dineren in het hotel-restaurant en op tijd naar bed.
Vrijdagmorgen om 6 u loopt het wekkertje van mijn smartphone af. We douchen nog, maken ons klaar en gaan naar de parking. De bus staat klaar en brengt ons in tien minuten naar de luchthaven. Schiphol is erg groot en we moeten een heel eind stappen. Onze jumbo staat klaar. We stappen in en nemen onze stoelen op de laatste rij in. We zitten daar goed, naast het gangpad, kort bij toilet en met links naast ons heel wat plaats. Om 10:37 u gaat hij de lucht in voor bijna 10 uur vliegen. Wij zijn blij verrast met de service aan boord. Een erg vriendelijke hostess zorgt ervoor dat wij niets te kort komen. We eten, drinken, lezen, slapen wat, … zodat de tijd voorbij vliegt. Om 15 u plaatselijke tijd zet de 747 van KLM ons af op de luchthav
en van Curaçao. Omdat we vooraf via internet een toegangsdocument hebben afgedrukt zijn we snel door de immigration. Het duurt wat langer voor we onze valiezen hebben. Dat komt omdat personeel van de luchthaven zelf koffers van de band haalt en ergens neerzet. Eén van onze valiezen staat daar tussen en dat hadden we niet direct gezien. Als we buiten komen voelen we hoe warm en vochtig het hier is. Een taxibusje voert ons voor 35 $ naar het hotel. Het Ritz Village Hotel is een complex rond een eigen binnenstraatje. Het zijn kleurrijk gerenoveerde gebouwen van een vroegere ijsfabriek die door een Nederlander tot hotel, hostel, kantoren en winkeltjes zijn omgebouwd. We krijgen een kamer vlak bij het zwembad. Tussen onze kamer en dat zwembad is een overdekte ruimte waar wat stoelen en tafels staan en waar enkele boekenkasten aan de muur hangen. Die overdekte ruimte komt goed van pas want het regent nogal wat. Daarom kopen we in de mini-market van hotel wat brood, kaas, sardines, … zodat we een avondmaal hebben zonder dat we nog de stad in moeten in de gietende regen. We gaan vrij vroeg naar bed, maar voor ons biologisch klokje is dat al behoorlijk laat.
Zaterdag 26 november: we zijn natuurlijk vroeg wakker en stellen vast dat het weeral regent. We brengen wat tijd door onder het afdakje voor onze kamer. Gelukkig klaart het tegen de middag op. We vragen aan de receptie of er morgenvroeg nog lopers naar de start moeten. Ze hebben geen idee maar ze hangen een affiche uit met die vraag. We vragen ook hoe we op Mambo Beach geraken want daar moet ik mijn nummer ophalen. Vanuit het centrum rijden blijkbaar busjes naar diverse bestemmingen. We wandelen de korte afstand naar het busstation en de vriendelijke locals helpen ons het juiste busje te vinden. Het kost 3 Afl (Antiliaanse gulden) per persoon, gewoon aan de chauffeur te betalen. Die rijdt geen vast parcours. Voor bepaalde passagiers maakt hij blijkbaar een omweg om af te zetten of op te halen maar we geraken toch aan het hotel waar de vele blauwe KLM-vlaggen duidelijk maken dat hier het marathon-hoofdkwartier is gevestigd.
Ik bied mij aan bij de balie maar de eerste mevrouw vindt mijn nummer niet in haar doos en verwijst mij naar de helpdesk. Ook daar vindt men niet direct mijn nummer. Deze mevrouw ontdekt dat ik wellicht bij mijn inschrijving op de toets voor de groeps-registratie heb gedrukt in plaats van op de individuele registratie. Ze vindt mijn naam terug maar kan niet controleren of ik betaald heb. Gelukkig gelooft ze mij en ik krijg toch een nummer maar dan zonder vooraf opgedrukte voornaam. Dat maakt niet zo veel uit, mijn naam staat immers op mijn shirt en bovendien verwacht ik niet dat er veel volk namen zal staan roepen om 4 u ’s morgens. Het is een mooi borstnummer met de gevels van de huizen op de kade van de Sint-Annebaai opgedrukt. Ik schrijf er zelf mijn naam op.
We drinken nog een pintje op Mambo Beach en verkennen de aankomstzone zodat we morgen mekaar terugvinden, althans als het niet regent want dan blijft Zjan in ons hotel. Het weerbericht ziet er erg slecht uit. De volgende nacht en de voormiddag zal het de hele tijd regenen. Dat wordt afzien: meer dan vier uur lopen in de regen, en geen Zjan aan de aankomst!
We rijden terug naar Punda, het oude centrum, en doen inkopen zodat we wat hebben voor ontbijt en lunch. ’s Avonds eten we in ons hotel. Ik laat voor mij een dubbele portie pasta maken zonder de normaal daarbij voorziene vleesballetjes. Ik maak alles klaar om vannacht naar de start te gaan. Ik ga echt vroeg naar bed en neem een slaappilletje want ik wil al om 2 u opstaan voor mijn ontbijt. Dat lukt natuurlijk vlot. Met nog een paar bananen en een regencape, die ik voorlopig blijkbaar niet nodig heb, ga ik naar de receptie. Daar staat een Franse loper klaar zodat we de 20 $ voor de taxi kunnen delen. Hij heeft bijna zoveel marathons gelopen als ik maar wel al in 60 landen. Hij is lid van de Country-Marathon-Club. Die is opgericht door de Amerikaan John Wallace en die heeft gelopen in meer dan 120 landen. Je mag lid worden als je in 30 landen hebt gelopen. Nog vier te gaan voor mij!
Wij zijn bijna als eersten aan de start. Links en rechts knopen we een gesprek aan. Al de streepjes achteraan op mijn shirt wekken de bewondering van een Nederlander. Hij wijst een Amerikaan die er bij komt staan, op de achterkant van mijn shirt. Die Amerikaan draait zich om en toont de achterkant van zijn shirt: 500 marathons in 90 landen! Daarbij verzinken mijn 133 marathons in 26 landen in het niets. Nog een andere Nederlander spreekt mij aan. Hij zegt dat hij mij herkent, misschien van de website van de 100-marathonclub? Hij is blijkbaar ook lid van die Country-Marathon-Club. Hij geeft mij een armbandje met de naam van de website en zegt dat ik moet zorgen dat ik er ook bij kom want er staat nog geen enkele Belg op die lijst.
Het is warm maar ik vind het draaglijk. Ik heb enkel een singletje aan maar dat is meer dan genoeg. Gelukkig is het nog altijd droog en hopelijk blijft dat nog wat want ik heb wel wat schrik om heel lang in de regen te moeten lopen. Er is bijna geen wind, dus lijken de omstandigheden om te lopen nogal mee te vallen. Om 4 u mogen we vertrekken. Ik schat dat er rond de 100 lopers zijn komen opdagen en dat is heel wat minder dan wat sommigen hier hadden verwacht. Vorig jaar waren er exact 100 starters en 94 van hen kwamen ook aan.
We lopen richting Punda, het oude stadscentrum. Al snel zijn die 100 lopers een lang lint geworden. Vlak achter mij hoor ik een vrouw tegen iedere agent, seingever en toeschouwer “bom dias” zeggen. Ik spreek haar aan en ze blijkt Nederlandse te zijn maar al bijna 30 jaar op Aruba te wonen en ze spreekt dus ook Papiamento, het plaatselijke taaltje. Ze hoopt dat volgend jaar de halve marathon op haar eiland kan uitgebreid worden tot een hele. Een idee voor mij? We blijven een tijd samen lopen maar waar de eerste helling begint moet ik haar laten gaan.
Ondertussen zijn de we de Koningin Emma Pondjesbrug over gelopen. Nu is het nog donker en met al haar kleurrijke lichtjes is de brug echt heel mooi. Het is een merkwaardige constructie. Op 12 grote vlotters ligt een brugdek. Aan één kant ligt de brug vast verankerd aan de oever en aan de andere kant is ze voorzien van een motor. Ze kan daardoor aangedreven over 90° draaien zodat de volledige doorgang vrijkomt en grote schepen naar de binnenhaven kunnen. Overdag ziet ze er iets minder spectaculair uit maar met de KLM- vlaggen die de sponsor van de marathon voor de gelegenheid heeft aangebracht blijft het toch een indrukwekkend en mooi ding.
Na het meest noordelijke punt in het parcours lopen we terug richting die pondjesbrug. Net ervoor draaien we een parkje in. Hier begint de klim naar de Wilhelminabrug. Het brugdek daarvan ligt 60 meter boven het water van de Sint-Annabaai. Dat wordt zwaar natuurlijk.
Na de brug volgt een lange afdaling terug naar Punda, het oude centrum. Net voor ik aan de startzone kom zijn de lopers van de halve marathon gestart. Het is even onduidelijk hoe ik moet lopen maar na 2:07 u kan ik aan de tweede ronde beginnen.
Al snel na de tweede doortocht op de pondjesbrug voel ik de energie uit mijn lijf stromen. Het is al lang geleden maar ik voel dat ik moet gaan stappen. Ik besef dat het dan wel lang gaat duren en omdat het nog altijd droog is zal Zjan intussen naar de aankomst vertrokken zijn. Ze zal lang moeten wachten en ongerust zijn. Ik moet mezelf verplichten om stukken te lopen om dan weer even te gaan stappen. Ik ben gelukkig niet alleen. Af en toe loop ik iemand voorbij die op zijn beurt mij weer voorbij komt als ik stap en zo blijven we in mekaars buurt. De hoge brug en de lange afdaling daarna zijn heel zwaar. Zelden moest ik zo diep gaan maar ik blijf toch bezig. Ik ga niet opgeven, in geen geval!
Ik kom in de laatste kilometers terecht tussen de wandelaars van de 5 km. Nadat ik in heel de wedstrijd geen enkele afstandsaanduiding heb gezien, zie ik nu het bordje van de 40 km. Nog even moet ik stappen maar de laatste kilometers kan ik toch weer lopen. Ik haal het! Een nieuw traagheid-record komt eraan. Na 4:48:03 kan ik onder de spandoek van de finish lopen, eindelijk. Ik voel me heel moe en natuurlijk niet erg tevreden met de traagste tijd ooit. Ik word 64ste van de 94 finishers. Er is geen rangschikking per leeftijd.
Excuses: raar startuur, erg warm, hoge luchtvochtigheid, maar 3 weken na de vorige, zwaar parcours met die 2 keer die hoge brug beklimmen, …
Is dat erg? Ja even wel, maar al snel verdwijnen die spijtgevoelens. Ook het gevoel van heel diep te zijn gegaan gaat snel over. Merkwaardig genoeg blijft een heel trage marathon maar kort in het lijf.
Ik drink wat, eet wat banaan en al snel wandelen we op zoek naar een busje dat ons terug naar Punda kan brengen. Wandelen gaat vlot, ik voel enkel dat er een blaar zit aan mijn rechter voet. Het blijkt een redelijk grote kanjer van 4 op 1 cm te zijn op de bal van mijn rechter voet. Dat is raar want dat heb ik nog nooit voorgehad. Mijn sok zat blijkbaar niet erg goed. Gelukkig heb ik er onderweg niet veel last van gehad.
Terwijl de meeste hotelgasten nog aan het ontbijt zitten, komen wij terug aan ons hotel. Ik ga douchen en dan pas stel ik vast hoe zwaar de schuurwondjes zijn die ik heb opgelopen omdat ik geen vaseline heb gesmeerd. Met al mijn ervaring had ik die toch vergeten en dat zal ik geweten hebben. In mijn liesplooien en aan mijn scrotum doen de wondjes mij schreeuwen van pijn onder de douche. De homeoplasmine-zalf heelt gelukkig de wonden in drie dagen.
De resterende dagen brengen we voornamelijk door aan ons zwembad met gelukkig nu wat meer zon zodat onze batterijen wat worden opgeladen. We verkennen ook uitgebreid Punda en Otrabanda, zodat we toch een goed beeld krijgen van Willemstad. Merkwaardig: je vliegt ruim 8 000 kilometer weg van huis, komt terecht in een omgeving met heel veel gekleurd volk, maar overal hoor je Nederlands praten en dat is een bijzondere ervaring. Ook die gekleurde mensen spreken die taal. We zien de laatste avond zelfs de intocht van Sinterklaas in de stad. De zwarte pieten zijn hier echte zwarten maar ze hebben zich nog extra zwart gemaakt.
Ik kijk terug op een zware marathon, nummer 133, in weer een nieuw land voor mijn landenlijst en een extra stad in de stedenlijst. Ik ben blij dat ik ondanks de moeilijkheden toch niet heb opgegeven.
Ik sluit een jaar af met nieuwe records en niet alleen een nieuw traagte-record. Voor de eerste keer in de 28 jaar van mijn marathon-carrière heb ik er zeven gelopen in één jaar, of zelfs in negen maanden. Er zijn twee landen bijgekomen in mijn landenlijst en zes nieuwe steden in de bestemmingenlijst. Mijn gemiddelde tijd is natuurlijk heel slecht maar dat is vooral aan de laatste van het seizoen te wijten.