top of page

Tórshavn Marathon (Faeröer Eilanden) #170

Na onze terugkeer uit Oezbekistan ga ik op zoek naar een volgende marathon met als criterium: de datum. Ik wil einde mei of begin juni iets vinden, genoeg tijd om te recupereren van de vorige en dan genoeg tijd om ergens in augustus iets te vinden en dan weer genoeg tijd om het BK in oktober voor te bereiden.


ree

Ik ontdek de marathon van Tórshavn, dat is de hoofdstad van de Faeröer Eilanden, een archipel van 18 eilanden ongeveer even ver van Schotland, Noorwegen en IJsland. Het is er erg ruig met meer schapen dan bewoners. Door de ligging kan het weer er erg wisselvallig zijn, het wordt er nooit echt warm en in dit seizoen wordt het ook niet helemaal donker ’s nachts. 


Zjan vind een reis zo kort na de vorige niet geweldig en ze suggereert om Joost mee te vragen. Die is direct enthousiast, kijkt naar de mogelijkheden om enkele dagen vrij te krijgen op zijn werk en het kan. Dus schrijf ik in, boek vluchten van Amsterdam naar Kopenhagen en van daar naar één van de eilanden. Ik kan ook een verblijf in een volledige woning even buiten het centrum van Tórshavn vastleggen en huur een klein autootje. Joost schrijft zich in voor de halve wandel-marathon. Via het internet zien we dat het deelnemersveld redelijk beperkt zal zijn.


Woensdag 28 mei laden we onze koffers in de auto van Joost en rijden we naar Amsterdam. Ik heb een parkeerplaats gereserveerd bij de luchthaven van Schiphol waar we in iets meer dan twee uur vlot arriveren. Met een shuttlebus worden we naar de luchthaven gebracht. We kunnen zelf onze valiezen inchecken en dan gaan we naar de gate waar een Embraer van KLM klaar staat en die brengt ons in 65 minuten naar Kopenhagen. De overstaptijd daar is redelijk kort maar we zijn op tijd bij het toestel van Atlantic Airways dat ons in twee uur naar de luchthaven op het eiland Varga brengt. Ons wel dus maar helaas onze koffer niet. We gaan aangifte doen en de baliemedewerkster zegt dat meestal de ontbrekende bagage binnen 24 uur terecht is. Ze zullen die dan met een taxi naar onze verblijfplaats brengen. We hopen dat het klopt wat ze zegt. Ik heb wel mijn loopspullen en één stel reserveondergoed in de handbagage mee, maar Joost heeft niets mee.


We gaan naar het autoverhuurcentrum en met een code op onze smartphone kunnen we een sleutelkastje openen en daarin zit een autosleutel. We wandelen naar een vrij groot parkeerterrein, we zien op de grond geschilderde logo’s van onze verhuurfirma, maar geen enkele auto reageert op de sleutel. Joost belt met het verhuurbedrijf en we worden naar een iets verder gelegen parkeerterrein gestuurd en daar reageert er wel een auto. Het is geen klein autootje zoals verwacht maar een Peugeot 3008, dat is een volwaardige SUV. Hij blijkt splinternieuw te zijn en omdat Joost zelf in een Peugeot rijdt is hij onmiddellijk vertrouwd met het dashboard. Hij kan het adres van ons huurhuis ingeven in het gps-systeem en we vertrekken. De instructies van de gps zijn in een taal die we niet verstaan, maar er zijn natuurlijk ook grafische aanduidingen. Via een onderzeese tunnel rijden we van het eiland Varga naar het hoofdeiland Streymoy waar aan de zuidkust Tórshavn ligt. In deze rit maken we kennis met een ongelofelijk ruig maar mooi landschap. De bergen zijn overal met grassen en mossen begroeid, er staat, druppelt, stroomt, … overal water en we ontmoeten de eerste van de duizenden schapen die op de bergweiden, maar ook naast, en zelfs op de weg lopen. Ze hebben allerlei kleuren en er zijn heel veel lammetjes. We vinden vlot ons huis en ook daar moeten we met een toegestuurde code een keybox openen en daarin zit de huissleutel. We rijden nog naar het centrum op zoek naar een warenhuis waar we wat kopen voor ons avondmaal en voor het ontbijt en de picknick voor morgen. Gelukkig heeft de mevrouw aan de balie gelijk gehad. Onze koffer wordt de dag daarna ’s avonds bij ons afgeleverd.


ree

We hebben nu drie dagen en die gebruiken we om vier eilanden te bezoeken met als hoogtepunt de tocht naar de kolonie papegaaiduikers, een unieke vogelsoort die enkel op het eiland Mykines voorkomt. Ze kunnen tot 60 m diep duiken om boven te komen met tientallen kleine visjes in hun krop om hun jongen te voeden.


Vrijdag gaan we naar het winkelcentrum waar de borstnummers worden uitgedeeld. Het is wat zoeken, maar we vinden een erg beperkt standje en we krijgen daar onze nummers.


ree
ree



Dankzij de volledig uitgeruste keuken en het kooktalent van Joost kunnen we volledig met self-catering zorgen voor ons eten. Op zaterdag zorgen we dat daar voldoende pasta bij zit voor onze carboloading. We slapen beiden lang op zondagmorgen. Dat kan want de start zal pas om 13 uur zijn. Ik kan dus als ontbijt onmiddellijk mijn krachtvoer nuttigen. De twee kilometer naar het centrum doen we met onze auto want de terugkeer te voet straks zou, gezien het hoogteverschil, nogal lastig zijn. We gaan al vroeg zodat we zeker zijn van een parkeerplaats dicht bij start en aankomst en dat lukt. Helaas is het al de hele tijd aan ’t regenen. Ik vergezel Joost op zoek naar het busstation waar hij moet vertrekken. Bussen zullen de wandelaars van de halve marathon naar de overkant van de fjord brengen waar zij om 13 uur vertrekken en ons tegemoet zullen komen.



ree

Ik schuil onder een overkapping, eet banaan en drink icetea tot het tijd is om te gaan opstellen. Volgens de omroeper zijn er atleten uit 30 landen aanwezig. Naast mij zouden er nog drie Belgen bij zijn in de marathon, twee dertigers en een vijftiger. Ik ga wat rondkijken, maar vind enkel een Belgische man die 5 km komt lopen en een echtpaar dat hier is voor de 10 km. Een dame komt live het volkslied zingen en dat wordt door heel wat deelnemers meegezongen. Het blijft voortdurend regenen. Ik probeer mijn Strava op te starten, maar ik ben offline omdat ik roaming heb uitgeschakeld. Nog snel kan ik die inschakelen en ik kan Strava toch opstarten vlak voor het startschot klinkt.


ree



ree

We kunnen op weg, eerst voor een rondje van ongeveer vijf kilometer rond het centrum. Wanneer we aan de rand daarvan komen krijgen we direct een voorproefje van wat ons te wachten staat. Een steile klim, regen en een strakke wind. We passeren het helikopterplatform en daar hangt een windbuil. Die staat strak horizontaal gespannen en perfect evenwijdig met onze looprichting.


Na het toertje rond het centrum gaan we de lange weg naar het westen langs de fjord op. Het blijft ongenadig regenen en nu zitten we met die westenwind pal op onze neus. Die regen voelt soms als naalden die in je gezicht prikken. Wanneer het bergop gaat, en dat gebeurt vaak, zorgt de combinatie met de wind voor een snelheid die maar amper die van stappen overstijgt. Heel wat deelnemers gaan trouwens stappen. Ik stel wel vast dat de meeste lopers nog nooit over het basisprincipe van de Euclidische meetkunde hebben gehoord. De kortste afstand tussen twee punten is de rechte lijn. Bochten afsnijden gebeurt haast niet, behalve door mij natuurlijk. We naderen het keerpunt voor de deelnemers aan de halve marathon voor lopers. Amper één tiende van de lopers gaat daar rechtdoor; de gaten tussen de deelnemers worden groot, soms heel groot.



ree

Ik had vooraf gezien dat er ruim 180 lopers ingeschreven waren voor de marathon, maar er zullen er maar 126 aankomen. Er zijn opgevers, maar nog veel meer mensen zijn niet komen opdagen. Als dat inwoners van de eilanden zijn kan ik dat omwille van het weer begrijpen, maar er zijn ook heel wat internationale deelnemers niet gestart en dat vind ik wel heel raar. Als je als Spanjaard of Amerikaan inschrijft voor deze marathon heb je toch ook reis en verblijf vastgelegd zou ik denken, en dan niet starten???


Af en toe kruisen we de wandelaars waarvan de eersten wel lopend doorkomen. Flauw vind ik dat! Waarom doe je dan niet mee met de halve marathon voor lopers? Op een bepaald moment herken ik al van ver onze Joost. We stoppen even en maken een foto van elkaar.




ree
ree

Joost is over de helft en kan nu richting finish in Tórshavn. Ik moet nog naar het einde van de fjord, aan de andere kant nog 5 km tot Kladbak en dan de hele weg weer terug. Tot aan het eindpunt van de fjord blijft het beuken tegen de wind en de regen. Aan de andere kant van de fjord krijgen we eindelijk vlakke weg en rugwind, maar de laatste kilometer voor het keerpunt gaat het weer flink omhoog. Ik passeer het halfwegpunt na 2:32, dus dat gaat boven vijf uur uitkomen. Bij dat keerpunt worden de nummers manueel genoteerd. Terug: dat betekent weer 5 km tegen de wind. Ik kruis nu de lopers die nog achter mij zijn en ik tel er veertien.


Bij elke bevoorrading hou ik halt om te drinken bij de vriendelijke medewerkers. Even voor ik weer aan het eindpunt van de fjord kom stop ik even voor een selfie met de spectaculaire achtergrond.

ree

Het eerste deel van de terugweg oostwaarts is vlak en de wind blaast me vooruit. Soms lijkt het of ik enkel mijn voeten om de beurt moet heffen om vooruit te geraken. Eindelijk houdt het op met regenen en kan die kap van mijn hoofd. Bij die veertien die ik kruiste na het keerpunt kan ik nu nog een zestal lopers tellen die ik inhaal. Niemand haalt mij in want de hardnekkigheid om er te geraken groeit alhoewel ik in de laatste acht kilometer weer over het hoogste punt op 183 m boven de zeespiegel moet. We zullen in het totaal 590 hoogtemeters verwerkt hebben. Op de steilste stukken ga ik stappen, maar wellicht gaat dat even snel dan wanneer ik zou lopen. Dalen levert weinig voordeel op want met die stevige rugwind moet ik erg afremmen en dat doet verdorie pijn. Ik loop het centrum in waar voor het eerst wat toeschouwers staan die me moed inspreken. Ik kom in de straat met aan weerszijde de nationale vlaggen en daar zie ik het bordje van de 42 kilometer.



ree


ree

Ik open mijn vest zodat ze mijn nummer kunnen zien maar de omroeper weet al wie ik ben en kondigt mij en mijn nationaliteit aan.


ree
ree

Joost staat klaar voor de foto. Hij was al naar ons huis gereden om te douchen en droge kleren aan te trekken en toch staat hij nog te beven. We mogen naar een koertje vlakbij waar schaaltjes met een wrap met groentjes en zalm klaar staan. Twee jonge mannen maken er nog bij maar ik zeg dat er al meer schoteltjes staan dan er nog lopers achter mij komen. Ik mag daarom een tweede wrap nemen en we krijgen er een pilsje bij. We maken het heel kort want nu krijg ook ik het koud. Gelukkig hebben we onze auto vlakbij en enkele minuten later sta ik ‘thuis’ onder een hete douche behalve voor mijn benen. Die krijgen een wisseldouche met ook heel koud water en ik voel me al snel wat beter. We hebben nog wat eten en drank in huis en we besluiten om niet meer naar het centrum te gaan.


De uitslag staat al online. Er finishen 31 vrouwen waarvan er 23 voor mij zijn aangekomen en 95 mannen hebben de meet bereikt waarvan er 83 mij voor waren. Van het totaal van 126 finishers ben ik nummer 107. Er is nog één man, een Duitser, van mijn geboortejaar en die eindigt een half uur achter mij. Al de rest is een pak jonger. Mijn netto-eindtijd bedraagt 5:06:41 en ik deed er nog maar één keer langer over maar toch ben ik niet ontgoocheld. Deze helletocht overleven was geen sinecure! Die Belgische vijftiger vind ik niet terug in de uitslag, de twee dertigers zijn kort na elkaar aangekomen na ongeveer 4:20.

Na een laatste nacht hebben we rustig de tijd om ontbijt en een meeneemlunch te maken. We pakken de valiezen in en leggen die in de auto. Volgens de voorschriften moeten we om 10 uur het huis verlaten maar er daagt nog niemand op en dus kunnen we warm binnen blijven tot het tijd is om naar de luchthaven te vertrekken. We leveren de Peugeot in en gaan inchecken. We doen de omgekeerde weg: met Atlantic Airways naar Kopenhagen en met KLM naar Amsterdam. We vinden onze auto terug en Joost rijdt ons naar Balen waar we even voor middernacht aankomen, tevreden over een fijne reis samen en trots op het voltooien van een zeer bijzondere wedstrijd.




 
 
 

Opmerkingen


bottom of page