Eindhoven marathon BK #172
- jan.delaender
- 5 uur geleden
- 8 minuten om te lezen
Al vroeg dit jaar heb ik beslist om weer deel te nemen aan het Belgisch Kampioenschap net als vier jaar geleden. Toen was dat in Antwerpen en het leverde de kampioenschapstitel in de categorie M70 op. Dit jaar zal de kampioenschapsloop terug in Eindhoven plaats vinden en omdat ik dan nieuw ben in de categorie M75 denk ik weer kans te maken op een podiumplaats. Ik schrijf dus in en mijn jaarprogramma wordt afgestemd op deze marathon. In mijn club verspreidt zich het nieuws van mijn deelname en lopers uit de trainingsgroep van onze Jan bieden zich aan om een pacer-team te vormen. Kurt wil er zeker opnieuw bij zijn en onze Jan, die vorig kampioenschap niet mee kon wegens een kwetsuur, gaat deze keer wel mee. Zijn trainingsmaat Bart wil ook graag mee evenals Tom uit groep vijf die een nummer van een meisje uit onze club overneemt. Yoeri, die in 2021 in Antwerpen ook meedeed, neemt ook een nummer over van een ander clublid dat heeft afgehaakt en zo krijg ik een vijftal ter beschikking om mij op sleeptouw te nemen op 12 oktober.
Omdat JMT een najaarsmarathon heeft gepland in deze periode kan ik veel trainingen met de club uitvoeren en dat is erg motiverend en hopelijk is dat ook goed voor een bijzondere conditieopbouw. Op dinsdag voor de wedstrijd repeteren we het tempo en de paceropstelling met vier van de vijf hazen. We lopen twee keer vijf kilometer en zowel het beoogde tempo als de afwisseling van de pacers verlopen uitstekend. Voor mij voelt het heel comfortabel en ik tank daaruit veel vertrouwen. Op donderdag loop ik met mijn gewone trainingsgroep vijf kilometer rustig weg en loop ik solo aan mijn marathontempo terug en ook dat gaat vlot. Er zijn nog wat laatste restjes van een hardnekkige verkoudheid en de herinnering aan de instorting in de vorige marathon leveren wat twijfel op maar de afgewerkte trainingen en mijn superlaag gewicht zorgen dan weer voor hoop.
Jan rijdt en wil, om een gunstige parkeerplaats te vinden, al vroeg vertrekken. Yoeri komt met zijn fiets naar Jan, samen komen ze mij oppikken en dan halen we in Wezel ook Bart en Tom op. Om 6:45 u zijn we op weg naar Eindhoven. Jan heeft enkele mogelijke parkeerplaatsen opgezocht maar op de eerste die we aandoen hebben we al direct plaats en bovendien ligt de parking kort bij de finish en het Belgium House waar we ons kunnen omkleden en waar achteraf de podiumceremonie zal plaatsvinden. We gaan er dus naar op weg maar wij geraken maar niet aan dat Belgium House. De marathonorganisatie heeft met hoge en afgesloten hekken alles dicht gezet. Na drie pogingen langs verschillende wegen met zelfs een klim over een muur van ruim anderhalve meter hoog en vergeefse pogingen om bij bewakers informatie vast te krijgen, bellen we met iemand van de VAL. Ik heb het info-blad van de VAL gelukkig bij met hun telefoonnummers. Die legt ons uit dat we via een winkelcentrum toch aan de voordeur kunnen geraken.
Gelukkig waren we erg vroeg en dus hebben we genoeg tijd om daar toch te geraken en ons klaar te maken, met nog een calorierijke hap, tijd voor een toiletbezoek, ⦠Intussen is Kurt gearriveerd met de borstnummers. Hij haalde die gisteren in de stad op en bleef overnachten in Eindhoven. Het borstnummer van Tom zorgt voor de nodige hilariteit want de voornaam van de oorspronkelijke eigenaar staat er nog op: Charlotte!

Yoeri, Tom, Bart, Clem, Jan, Kurt
KLAAR VOOR DE RACE
We vertrekken, mijn team van vijf pacers en ik. Na tien minuutjes wandelen komen we in de startzone waar ons hele team in mijn vak komt staan. Toevallig zien we tussen de toeschouwers een echtpaar waarvan de vrouw in onze club zit. Hun dochter Louka zal vandaag debuteren en de mama vraagt of wij ons wat willen ontfermen over haar. Dat gaan we met plezier doen natuurlijk. Het startschot gaat af maar wij moeten bijna een kwartier naar voor schuifelen eer wij aan de startlijn zijn waar een fuik staat opgesteld. Daarom duurde de startprocedure zo lang maar het zorgt er wel voor dat we vanaf die fuik onmiddellijk onze formatie kunnen vormen en het beoogde tempo kunnen lopen. Ik wil graag net onder 4:30 u uitkomen en dan moeten we onder 6ā24ā/km lopen. Kurt zet zich als eerste op kop en twee anderen gaan kort naast hem lopen en vormen een dicht front. Dat is voor de windopvang nu niet heel belangrijk. De weersomstandigheden zijn immers ideaal. Het is nu zowat twaalf graden, zon en wolken wisselen af en er is haast geen wind. Toch is dat front heel comfortabel.

Kurt en Jan zijn net Adil El Arbi en Billal Fallah. Ze regisseren ons groepje door te zorgen dat de formatie intact blijft en alle bochten worden afgesneden. Ze waarschuwen voor elke mogelijke hindernis, oneffenheden in de weg en zelfs voor op de weg rondslingerende verpakkingen van gelletjes. Die waarschuwingen zijn nuttig want ik loop heel kort achter de koploper en zie enkel zijn rug. Louka wordt ook aangemaand om dicht in de groep te blijven. Bij de bevoorradingen moeten zij en ik nooit een bekertje aannemen. De jongens hebben er telkens eentje klaar dat zelfs bovenaan al toegeknepen is zodat wij vlot kunnen drinken. De ouders van Louka staan op verscheidene plaatsen klaar met gelletjes en sportdrank maar de pacers halen die op zodat zij netjes in de groep kan blijven. Die jongens zijn er dus niet alleen om het tempo aan te geven maar dit is ātotal careā.

2 Nederlandse mannen en de Nederlandse Anke maken gebruik van ons team:
Clem, Kurt, Bart, Louka, Tom en Yoeri vooraan en fotograaf Jan
Met dat tempo zit het direct goed. De eerste kilometers zitten rond 6ā10ā/km en dat is ideaal. Regelmatig wordt er geĆÆnformeerd bij Louka en mij of het tempo ok is en hoe we ons voelen. Het mag er soms ook wel eens vrolijk aan toe gaan, bijvoorbeeld als de waterzak van Tom, die hier als Charlotte loopt, begint te lekken. De dubbelzinnige opmerkingen volgen natuurlijk. Het tempo blijft heel constant en er zijn lopers in de buurt die dat gemerkt hebben. Een jonge Nederlandse vrouw die op teen-kous-schoentjes loopt is een hele tijd in onze buurt. We bieden aan om in het groepje te komen lopen in plaats van ernaast en dat aanbod neemt ze met plezier aan. Minstens vier of vijf mannen volgen ook onze groep. EĆ©ntje vraagt of dat okĆ© is. Hij belooft om niet te hinderen. Voor ons: geen probleem als ze de werking van ons systeem ongemoeid laten. Twee keer komt er toch iemand ongevraagd in ons groepje. Wanneer we zeggen dat het enkel mag als ze achteraf op een pilsje trakteren haken ze af: zuinige Hollanders?
Vanaf de vijftiende kilometer ga ik, telkens wanneer we een vijfkilometerpunt naderen, uitrekenen wanneer we daar ten laatste moeten doorkomen aan die 6ā24ā/km. Stelselmatig lopen we wat uit tot we bij 25 km al zowat twee minuten voorsprong hebben op het traagste schema. Aan de 28ste kilometer haakt Louka af. Ze krijgt nog het advies van onze regisseurs om te blijven eten en drinken en vol te houden. Dat zal ze ook doen want ze finisht in 4:43:30, ze verliest dus maar een kwartier op die 14 kilometer. Al even voel ik de peristaltiek in mijn ingewanden en ik kondig dat ook aan bij mijn team. Bij een bevoorrading pak ik twee sponsjes want ik vrees dat op de dixies nu al vaak geen toiletpapier meer zal zijn. Ik spurt naar een eerste dixie die bezet is en dan naar een tweede die gelukkig vrij is. Er is nog maar een restje toiletpapier dus mijn sponsjes komen goed van pas. Na bijna twee minuten gaat mijn team met mij weer op pad, nu helemaal zonder volgelingen. Het tempo zit onmiddellijk weer correct en blijft dat ook. De hele voorsprong op het maximumschema is wel gedecimeerd door het toiletbezoek en de vermoeidheid en dus mijn bezorgdheid om onder 4u30 te blijven worden natuurlijk groter. Vooral Kurt zorgt er evenwel voor dat de groep zich aanpast aan mijn mogelijkheden. De tussentijden per vijf kilometer tonen dat heel duidelijk ook al zie je ook die toenemende vermoeidheid tussen 35 en 40. We moeten onder 32 minuten blijven per vijf kilometer en dat halen we net niet in die laatste volledige vijf kilometer maar wel in alle andere blokken.
31:22, 31:47, 31:51, 31:10, 33:46 (zonder wc-tijd is dat 31:46), 31:39, 32:07 en 11:12. Mooi toch! De afwijkingen zijn echt minimaal.
We lopen dat meisje op haar merkwaardig schoeisel weer in en ook ƩƩn van de mannen die bij ons was voor de wc-stop. Die gaat mee tot de finish, het meisje haakt af maar finisht slechts een achttal minuten achter ons. Wij gaan door aan ons tempo ook al is dat vaak over lastige klinkerwegen. Ik ga aan elk kilometerpunt rekenen maar nu omgekeerd. Ik tel hoeveel tijd we zullen nodig hebben om onder de beoogde 4u30 te blijven. Buiten die zeven seconden in het laatste blok verliezen we niets en die kleine reserve stijgt in de laatste 2,2 km tot meer dan ƩƩn minuut omdat we echt naar de finish stormen. Een paar honderd meter voor de finish halen mijn clubgenoten twee Belgische vlaggen boven zodat onze aankomst een echt feest wordt.

Ik ben ongelofelijk blij en trots en ik niet alleen. Ook mijn pacers zijn door het dolle heen.

Tom, Clem, Kurt, Yoeri, Bart, Jan
Ik heb een netto-tijd van 4:28:51. Als die twee minuten op de dixie daar af gaan, hebben we net een negatief split gehaald en dat is een flinke pluim op de hoed van het pacer-team. Er zijn 4558 lopers gestart en er komen er 4357 aan. Ik ben daarvan de 3689steĀ en dat betekent dat 869 deelnemers na mij of niet gefinisht zijn en dat is toch ongeveer 20%. Ik ben de alleroudste deelnemer en de enige van boven 75 jaar en dus ook winnaar in die categorie.
We nemen onze medailles in ontvangst, krijgen een drankje en een reep en we kunnen op pad naar het Belgium House. Net als deze morgen wordt dat een helse tocht. De grote massa van de 15 000 deelnemers aan de halve passeert nu ook de finish zodat het gebied daar achter compleet vol loopt. We moeten een hele omweg maken om achter de omheining te geraken voor de ingang van het Belgium House ook al ligt de finish maar op een steenworp daar vandaan. We moeten door een straat waar de cafƩs hun terrassen hebben opgezet. Volk moet er in twee richtingen door en het loopt even helemaal vast, het wordt zelfs wat beangstigend.

Benny van onze club belt om te vragen waar we blijven want de medaille-ceremonie van het Belgisch kampioenschap is begonnen. Uiteindelijk vinden we een gaatje en geraken in de zaal waar het grootste deel van de huldigingen al is gebeurd maar mijn categorie komt natuurlijk als laatste aan bod. Ik mag op het podium en krijg de medaille van Belgisch kampioen en geheel onverwacht ook die van Vlaams kampioen.
We verfrissen ons een beetje en wandelen naar de auto en dat gaat gelukkig nu heel vlot. Ook de rit naar Balen verloopt goed en Jan zet ons af bij het cafƩ van onze kleinzoon. Na een drankje daar rijdt Zjan mij naar huis waar ze natuurlijk een fles heeft koud gezet en een lekkere maaltijd klaar heeft. Terwijl we daarvan genieten stromen de gelukwensen via Whatsapp en Strava binnen.
Heel wat zaken rond die marathonorganisatie waren frustrerend maar een kampioenstitel, of zelfs twee, de ontvangst thuis en door de buren de dag erna, maakt dat helemaal goed!
Opmerkingen