We schrijven zo een 490 jaar voor Christus. Een Athense krijger Pheidippides loopt, volgens de legende, na de slag om Marathon terug naar Athene om verslag van de overwinning op de Perzen uit te brengen. In 1896 werd een hardloopwedstrijd over een lange afstand, die werd beschouwd als de grens van het menselijk kunnen en waarin vooral het uithoudingsvermogen van de deelnemers flink op de proef zou worden gesteld opgenomen in het programma van de eerste moderne Olympische Spelen. De marathonloop was geboren.
Mijn verhaal start zowat in februari 2004. Mijn doel was om een 10 kilometer sneller te kunnen lopen en ik besloot om lid te worden van het marathonteam in Mol. Er deden geruchten de ronde dat de club besmet was met een weerbarstig virus, namelijk het Pheidippides virus. En inderdaad, ik was nog maar enkele maanden lid van de club, en ik was eveneens besmet met deze microbe. Het enige middel tegen dit virus, waarvan de symptonen alleen maar met de jaren verergeren, is het lopen van een marathon. Op 10 oktober 2004 heb ik mijn eerste 42,195km met succes afgelegd in Brussel.
Het Pheidippides virus was na deze prestatie weer even onder controle, maar enkele weken later begonnen de eerste symptonen zich weer de kop op te steken en besloot ik dan maar om me in te schrijven voor de marathon van Rotterdam. Het Pheidippides beestje had me aardig te pakken want de marathons van de kust, Visé, Eindhoven, nogmaals Rotterdam, Keulen, Antwerpen, Rome, Bonn, Amsterdam, Utrecht en Milaan volgden om de marathon kriebels onder controle te houden.
Het voetbalspelletje dat ik meer dan 30 jaar had beoefend begon zijn tol te eisen en twee knie operaties in 2010 en 2011 maakten een einde aan de remedie tegen de marathon kriebels. De specialisten vonden 13 marathons meer dan genoeg en lopen was niet meer aan mij besteed. Dit was echter buiten de keikoppigheid van twee leden van de dikke lopersclub gerekend. Samen waren we namelijk ingeschreven voor de memorial olympische spelen marathon van Stockholm 2012 die dag op dag 100 jaar na de officiele olympische spelen van 1912 opnieuw zou worden gelopen. De beide dikke lopers hebben zich vele trainingen opgeofferd, maar hebben me terug aan het lopen gekregen, met als doel mijn “laatste” marathon te lopen in Stockholm. Want zeg nu zelf, wat is er mooier dan afsluiten op een marathon met een olympisch gedachtengoed, op een oud olympisch parcours en gehouden in een land waar ik een boontje voor heb.
De loopmicrobe was echter na Stockholm alleen maar sterker geworden en de laatste marathon werd niet de laatste en al snel volgden de “volgende” allerlaatste marathons namelijk Frankfurt, Dusseldorf, Lissabon, Bonn , Great Breweries en Odense. De kaap van de 20 marathons was gerond. De knieën werden er niet beter op, maar Madrid zou nummer 21 worden. Maar zoals gezegd de knieën werden er niet beter op en Madrid werd niet nummer 21.

Het besef groeide meer en meer dat het wel echt de “laatste” is geweest of dat de volgende de “laatste” zou worden. Met deze pijnlijke gedachte in het achterhoofd ontstond de droom om af te sluiten waar Pheidippides het allemaal heeft gestart en waar de naam van de loop is aan ontleend: mijn marathon pensioen behalen in het Kallimarmaro stadion van Athene. De afstand van 42195 meter lopen over een heuvelachtig parcours, van Marathon naar Athene, net zoals Pheidippides. En zo geschiedde op zondag 12 november 2017, de droom werd werkelijkheid!
De marathon, een hardloopwedstrijd over een lange afstand, die werd beschouwd als de grens van het menselijk kunnen en waarin vooral het uithoudingsvermogen van de deelnemers flink op de proef zou worden gesteld. Deze zin, die het onstaan van de marathon loop heeft doen onstaan, zit vol waarheid. Alleen heb ik ervaren dat de emotionele beproeving in “echt” de laatste marathon veel zwaarder weegt dan de fysieke inspanning.
Het is mooi geweest. Elke marathon heeft zijn eigen verhaal, zijn eigen tijden, zijn eigen obstakels. Éénentwintig keer heb ik het geluk mogen kennen om de 42,195 kilometer te mogen lopen. Éénentwintig keer heb ik het intense genot mogen beleven dat iedereen heeft die de aankomststreep van een marathon overschrijdt. Éénentwintig keer heb ik met fierheid de finisher medaille mogen ontvangen. Éénentwintig keer heb ik met veel zelfrespect en trots kunnen zeggen ..... ik ben een “marathonloper”!
Bedankt Pheidippides om het voor te doen, bedankt familie voor de steun al die jaren, bedankt dikke lopers om me te laten blijven lopen, bedankt jogging & marathonteam voor al die jaren dat jullie mij geholpen hebben.
Het Pheidippides virus zal blijven bestaan, maar het is aan anderen om het te betrijden. Ik heb mijn droom verwezenlijkt, mijn marathon pensioen is ingegaan. Veel geluk en succes allemaal.
Michel Pheidippides


