Hilvarenbeek, 16 september 2018. Omdat mijn voorjaarsmarathon in Antwerpen wegens de hitte een tegenvaller was, net als de 20km door Brussel in mei en omdat ik in november de NY-marathon samen met onze pa zou gaan lopen, moest er op de halve marathon een deftig resultaat neergezet worden. Dat lukt in 1u40:01. Ik laat dat resultaat vol trots aan onze pa weten en het eerste wat hij terug stuurde was “1u40, knap, dan moet je een marathon kunnen lopen in 3u30!”. Yeah right, dat zal wel.
Het voorjaarsdoel voor 2019 was wel een nieuw PR lopen en dat moet in Utrecht gebeuren (vlak parcours,…). In december beginnen we aan de voorbereidingen, zowel fysiek als mentaal. Net na nieuwjaar komt er het bericht dat Utrecht naar mei wordt verplaatst en dat de club een ander doel zoekt. Dat wordt Rotterdam. 3 weken extra training en ook een vlak parcours. Omdat een deel van JMT naar Barcelona gaat begin maart, splitsen de trainingsgroepjes zich op. In Olmen lopen de Barcelonezen hun laatste lange duurloop en de Rotterdammers hun eerste. De trainingen gaan goed, het tempo ligt zoals het hoort en de hartslag in rust is nog nooit zo laag geweest. Enkele lange-duurlopen doe ik samen met Kurt, Carine, Christophe, Guy,… en ik doe er ook enkele op mijn eentje. Michel zegt altijd dat je dat moet doen omdat je ook in een marathon alleen moet kunnen lopen.
In de laatste weken beginnen bij sommigen kleine en grotere kwalen de kop op te steken. Christophe sukkelt met kuit en scheen, Carine krijgt plots acute tendinitis in haar hiel en vreest te moeten passen, bij mij zit er spanning op mijn linkerdij en die speelt vooral in de kilometerkes op. Hopelijk moeten we deze keer eens niet naar de kiné. Ook worden ambities en verwachtingen gevormd/bijgesteld: 3u38 (Carine), 3u30 (Niels en Guy), “We zien wel waar het schip strandt, maar ik blijf bij Laura, Robin en Dirk” (Kurt), “Een mooi debuut” (Christophe). Bij mij is de ambitie een PR. Daarvoor moet ik onder 3u42 blijven en bedenk – uit voorzichtigheid – dat 3u40 goed is, 3u35 heel goed en 3u30 geweldig.
Woensdag voor de marathon ga ik toch nog even bij Geert Claes langs en hij masseert de spanning uit mijn dij en kuiten. De 8km donderdag gaan moeizaam en zijn bij momenten wat lastig, maar daar had hij voor gewaarschuwd. De 6km op zaterdag gaan heel vlot en geven een goed gevoel. Het gaat wel lukken morgen.
Carine gaat toch starten en rijdt op vrijdagnamiddag nog naar Rotterdam voor haar nummer en bagagetas. Ze brengt ook voor enkele anderen uit groep 6 de nummers mee en dat geeft mentale rust. Daar moeten we ons zondagochtend al geen zorgen meer over te maken.
’s Zaterdags lijstje afgevinkt en alles ingepakt, enkel nog het ontbijt en de koeltas klaarmaken op zondagochtend.
Ik kruip op tijd mijn bed in en slaap snel, maar na een wisselvallige nacht word ik om 4u15 wakker en geraak niet meer in slaap. Zenuwen. En dat voor mijn vijfde marathon.
Ik sta op en pak mijn marathonontbijt met Honeypops en Alpro Chocodessert (al meer dan 30 jaar onze pa zijn marathonontbijt) en mijn koeltas met drank en repen in.
Na een toiletbezoek vertrek ik naar de sporthal en ontmoet Jan De Laender en Carine op de bus. Vlak voor het vertrek merk ik dat mijn gsm nog thuis ligt op te laden. Sh*t! Ik was al nerveus en dat wordt er uiteraard niet minder om. Maar ja, de bus is weg dus zal het zonder moeten. Met de gsm van Carine stuur ik An een berichtje en probeer me er verder niet te veel van aan te trekken. Om 7u15 beginnen we aan het ontbijt en de laatste fles water.
We komen op tijd in Rotterdam aan, maar omdat er enkele wegen zijn afgezet, begint de chauffeur wat heen en weer te rijden en dat werkt op het systeem van enkele lopers. Ook op dat van mij en dat maakt mijn nervositeit alleen maar erger.
Als hij eindelijk een plek vindt om ons af te zetten en ik de laatste spullen in mijn verplichte bagagetas stop, trek ik die ook nog eens kapot. Godver, niet bevorderlijk voor de nervositeit. We wandelen naar de omkleedzones en bagagedrop-off en ik spreek met Carine een plaats af waar we elkaar na de marathon zullen terug zien.
Wanneer we naar de startvakken wandelen ontmoeten we nog enkele JMT-ers en wordt er nog wat gebabbeld. Omdat Carine nog een noodzakelijke sanitaire stop moet maken en de wachtrijen behoorlijk lang zijn, nemen we afscheid. We wensen mekaar veel succes en gaan onze eigen weg. Met Benny Van Genechten, Geert Claes en enkele andere JMT-ers wandelen we richting startzone. In de drukte raken Benny en ik de rest kwijt. Aan de ingang van vak 2 nemen ook Benny en ik afscheid en wensen elkaar een goede race toe. Hij gaat naar vak 1 en ik wandel binnen in mijn vak.
Ook ik maak nog een korte sanitaire stop en wandel naar voren in het vak. Helemaal vooraan staan de pacers voor 3u30. Even twijfel ik of ik hen zou vragen hoe zij hun tempo en race-indeling zien, maar besluit hen gewoon te volgen en te zien of ze een mooi gelijkmatig tempo aanhouden en of ik dat kan volgen.
In afwachting van Lee Towers, merk ik dat de zon steeds feller gaat schijnen en ook de omroeper geeft tips voor het lopen in de warmte. Ik kom plots tot het besef dat ik mijn zonnebril niet op heb. “F*ck, vergeten!”. Nog meer nervositeit. En om het nog erger te maken besef ik dat ik vergeten ben om zonnecrème en vaseline te smeren. “God- en godverdomme!!”. Nog een beetje opgenaaider. Dat ze nu maar gauw vertrekken of ik word nog helemaal zot.
Door het gesjouwel van een bende Duitsers voor mij en de lange afstand tot een stel goede boxen, verstaan we Lee Towers ‘You’ll Never Walk Alone” niet echt goed . Het startschot voor wave 1 wordt gegeven en onze groep zet zich in beweging richting startlijn. Sommigen beginnen al te lopen. Dom, denk ik dan, je moet seffens nog meer dan 42km lopen.
Na het startschot voor wave 2, schieten de pacers naar mijn idee veel te snel uit het startvak. Ik zoek een eigen tempo om deftig de Erasmusbrug over te lopen en dat gaat net onder de 5 min/km. In de bochten na de brug spot ik Peter Convens in het publiek. Hij roept een aanmoediging en ik steek even mijn hand op.
In het lange stuk richting Kuip merk ik dat de pacers aan onze zijde te snel van start gaan, maar dat die aan de andere kant van de weg ,wel mooi een 50m voor mij uitblijven lopen. Ik besluit hen in de gaten te houden.
De eerste km’s gaan goed. Tempo net onder de 5 min/km en hartslag steeds in de buurt van de 160 bpm. Omdat de groep achter de pacers te groot is naar mijn goesting en ik geen zin heb om in zo’n massa te lopen of om mij op te blazen in een poging wat dichter te komen, blijf ik steeds op 50 à 100m achter hen.
Iedereen die er al had gelopen, had gezegd dat het een mooie marathon was, maar ik eerste 10km vond ik er eerlijk gezegd weinig aan. De buurt van de Kuip , de woonwijken erna en het Havenspoorpad zijn niet bepaald spectaculair te noemen. Dat laatste stuk vond ik ook te smal. Ik moet veel heen en weer over de weg om tragere lopers voorbij te gaan en dat kost, naar mijn zin, te veel energie en concentratie. Als we het pad verlaten staat er plots wel weer heel veel volk langs de weg en wordt het weer aangenamer lopen. Het tempo blijft strak en de hartslag gaat niet de hoogte in. Goed zo. De pacers blijven op dezelfde afstand maar de groep achter hen begint uit te dunnen. Nog even en ik probeer er naar toe te lopen.
Op de Slinge staan in de tussenberm verschillende supporters van JMT. De eerste die ik zie zijn Mark Bakelants en Anita. Het deugd om nog eens iemand van de club te zien. Even later zie ook nog Patrick Delafonteyne en Peter Slegers en Ilse. De aanmoedigingen geven een boost en als ik ook Guy Peys hoor roepen en zie lopen aan de andere kant van de weg moet ik even lachen en zwaai ik blij terug. Na het keerpunt probeer ik af en toe te kijken of ik Carine, Niels of Christophe kan zien lopen, maar ik zie hen niet. Carine heeft mij wel gezien en roept. Ik zie dat ze goed vooruit gaat en dat ze geen last lijkt te hebben van eerdere blessures.
Net voor het rechtsaf draaien, de Oldegaarde op, hoor en zie ik Peter Convens weer. Weer een boostje. Een stukje verder zijn we halfweg en in de drankpost van de 20km haal ik de pacers in en zie aan mijn tussentijd dat ik op schema zit om onder de 3u30 te eindigen. “Vasthouden nu”, denk ik bij mezelf, “het zit er in!”. Hartslag nog even checken: 165. Hij begint een klein beetje op te lopen, maar we zijn al halfweg, dus dat is geen rariteit. De spanning op mijn knieën begint zich stillaan te laten voelen. Als we de 2de keer over de Erasmusbrug gaan, staat Jan De Laender hard te supporteren. Het doet heel goed hem te zien en ik geef hem een high-five. Na de brug kom ik vooraan de groep lopen en blijf naast de tempomakers hangen.
In een bocht na de brug hoor tussen alle gejuich en lawaai van het massaal opgekomen publiek plots mijn naam roepen. Aan de kant zie ik Liesbeth Rens die een aanmoediging roept en opnieuw krijg ik een boost. Als ik op een gegeven moment achterom kijk, zie ik de vlaggen van de pacers plots 50m achter mij. Ik denk “Geen probleem, ik loop verder mijn eigen tempo en als ze mij inhalen, is het maar zo”.
Blijkbaar mis ik de aanmoedigingen van Michel aan het 30km-punt. Hij zegt na de race dat hij mij 2x gezien heeft. Maar ik was blijkbaar te druk bezig met een gelleke en water. In de Boezemstraat kruis ik wel Stefan Geuens en als ik hem aanmoedig, schudt hij van nee. Vreemd, want het zag er toch goed uit, vond ik.
Rond de Kralingse Plas zie ik al veel lopers wandelen of aan de kant staan om te stretchen. Het begint dan eigenlijk ook echt wel te warm te worden. Ik probeer zoveel mogelijk de schaduw op te zoeken en wijk daarbij af te toe af van het principe dat je de kortste weg moet nemen en loop af en toe aan de buitenkant van de weg. Vanaf de zuidkant van de Plas wordt het echt zwaar. We zijn dan ook dik 35km onderweg en hier is weinig schaduw en de wind staat in de rug, dus die koelt niets af. Ik merk dat een beetje vertraag, maar pep mezelf op en versnel weer wat.
Als we terug in de Boezemstraat zijn staat er weer heel veel publiek is er veel sfeer. Ik loop rechts op de weg om misschien een glimp op te vangen van een JMT-er die we kruisen, maar eigenlijk kijk ik niet veel meer opzij en focus me vooral op mijn tempo en hartslag. Die zit sinds 35km boven de 170 en ik moet steeds meer pijn verbijten.
In de buurt van het 40km-punt staat Michel en hij roept een aanmoediging. Het helpt even om de pijn in mijn bovenbenen en de spanning op mijn knieën te vergeten, maar dat duurt jammer genoeg niet lang. Het is aftellen, maar het wordt heel zwaar en alles doet pijn. Ik pep mezelf weer op. Hardop zelfs: “Komaan Jan, volhouden! Dit geven we niet meer af!! Doorbijten, ginder is ’t gedaan!! Doorgaan godverdomme!!”.
Het publiek is geweldig en aanmoedigingen weerklinken langs alle kanten. Ik hoor regelmatig mijn naam roepen en af en toe kijk ik met een pijnlijke grimas naar diegene die roepen. Ik ken ze niet, maar het is fijn om ze te horen. In de laatste rechte lijn hoor en zie ik Mark en Anita weer en voor het eerst in de laatste km’s kan ik lachen. Ik bal mijn vuist en de plots verdwijnt alle pijn uit mijn benen. Ik vlieg over de laatste honderden meters en met een welgemeende Yes! Yes! Yes! klok ik af op 3u28:47. Onder de 3u30! Gelukt! Wat een gevoel!
Ik wandel/strompel verder door de aankomstzone en neem mijn medaille en felicitaties in ontvangst en ga even hurken om de spanning op mijn knieën te verlichten. Met behulp van een nadarafsluiting en een welgemeende “aargh” ga ik door mijn knieën blijf zo even zitten. Zo snel als de spanning verdwijnt , zo snel verschijnt er een medewerker die bezorgd vraagt of alles in orde is. Ik knik van ja en met veel moeite sta ik weer recht. Verderop krijg ik sportdrank, een banaan en een appel. Even later zie ik enkele JMT-collega’s naast de aankomstzone staan en ga er naar toe. Met Benny Van Genechten, Wim Rijken, Bjorn Joos en Nick Peys worden tijden en felicitaties uitgewisseld en nagepraat. Af en toe zien we nog een JMT-loper binnen komen. De app op Liesbeth Rens’ telefoon geeft vreemde informatie door. Ik zit volgens dat ding nog op km 30, even later op 35 en dan weer op 30. Raar. Met de telefoon van Liesbeth bel ik naar huis om te melden dat ik aangekomen ben en dat ik een geweldige marathon heb gelopen. Terwijl de anderen vertrekken naar de omkleedzones, wachten Liesbeth, Benny en ik nog even op Carine. Ze zou binnen moeten zijn, maar we vinden haar niet. We besluiten terug te wandelen naar het Schouwburgplein om bagage op te halen en daar te zien of we haar kunnen vinden. We hebben afgesproken op het plein na het omkleden.
Even later ziet Liesbeth Carine en we merken dat ze last heeft van haar voet. Terug pijn in haar hiel na 30km en daardoor wat tijd verloren, heel jammer. Ze is terecht trots op haar prestatie na de tegenvallers van de laatste 2 weken.. Ook Johan Alen en Jo Vernelen komen we tegen op het plein. Samen met Jo zoek ik de omkleedruimte en kom onderweg ook Niels Huijs tegen. Die was goed begonnen, maar kreeg in de 2de helft een fameuze klop en verloor heel veel tijd – heel jammer.
Na omkleden en onderweg naar het ontmoetingspunt met Carine, zie ik Kurt Vanlommel lopen stralen. Hij liep zonder tijdsdruk en heeft er samen met Laura, Robin en Dirk een goeie 4u over gedaan, maar is heel content met de ontspannen manier van lopen en het genieten van de omstandigheden.
Als ik Carine heb teruggevonden begeven we ons naar het terras even verderop waar een deel van JMT zich heeft genesteld. Er worden met de anderen tijden, felicitaties en ervaringen uitgewisseld bij een biertje, rosé of cola. Enkele JMT-ers gaan, anderen komen. Volgens Peter Convens heb ik een negative split van 33 seconden gelopen maar in de officiële uitslag blijkt het een positive split van 7 seconden te zijn. Beetje jammer, maar dat drukt de pret niet. Rond 16u wandelen we in groep terug naar de Boompjes waar de bus staat te wachten. Onderweg komen we nog clubleden tegen die aansluiten. Tegen Mark Bakelants zeg ik dat hij in het vervolg altijd mee moet gaan als ik voor een snelle tijd ga. De vorige keer dat ik mijn PR scherper stelde liepen we samen en nu was hij één van de supporters die ik met meest gezien heb onderweg.
De busrit naar huis verloopt, na een klein stukje file wegens een zwaar ongeval, voorspoedig en onder schlagerklanken (die we 2x 1,5u hebben moeten horen) komen we aan in Mol.
Terug thuis vertel ik enthousiast het verhaal van de dag en krijg ik dikke knuffels van mijn dochters.
’s Avonds ga ik een kebab halen. Ik had daar al een tijdje goesting in, maar ik heb mezelf een aantal dingen ontzegd om op wedstrijdgewicht te geraken en te blijven. Nu mag het.
Ook lees ik een heel aantal berichtjes op mijn achtergebleven gsm en stuur mijn resultaten door naar onze pa die in Dubai zit met Jonas, zijn oudste kleinzoon. Hij wist dat een snelle tijd en een nieuw PR er in zat, maar mijn tijd overtrof toch ook zijn verwachtingen. Net als alle andere positieve reacties, doet deze ook weer deugd en ik voel me geweldig. Ondanks de stramme en pijnlijke bovenbenen, loop ik op wolkjes. Hier ga ik nog wel even van genieten.
Graag bedank ik mijn collega-lopers uit de fantastische groep 6 voor de vele kilometers in de zware, snelle trainingen en de gezellige lange-duurlopen die we samen hebben afgemaald in de aanloop naar Rotterdam. De collega-lopers en vooral de JMT-supporters wil ik ook bedanken voor de steun onderweg. Ik weet niet of jullie beseffen hoe fijn het is om jullie tussen het publiek te zien en te horen. Ook mijn gezin verdient een dikke merci voor steun en het geduld.
Nummer 4 in New York was puur genieten van het lopen, maar nummer 5 was een knaller! Op naar de volgende.
Jan