Na het avontuur in de Japanse hoofdstad volgen twee heel rustige weken met 20 en 16 km trage training. Daarna verhoogt het kilometeraantal naar rond de 40 km want ik wil nog wel een voorjaarsmarathon lopen. Mijn keuze valt op een Belgische organisatie. Voor de tweede keer wordt in Namur een hele en een halve marathon georganiseerd en de eerste editie was meteen een schot in de roos met tamelijk veel deelnemers. Ook het parcours, grotendeels op de oevers van de Maas, staat me wel aan en dus schrijf ik in.
Op de training van JMT op dinsdag 2 april moet ik na 2 km terugwandelen wegens felle pijn in de linker kuit. Ik maak een afspraak bij Dieter, mijn kinesist. Ik mag op donderdag bij hem komen en een dag vroeger krijg ik ook nog pijn onderaan mijn rechter knie. Die pijn aan de linker kuit is wellicht te wijten aan een kleine contractuur en die krijgt hij er vrij gemakkelijk uit. De pijn aan mijn knie baart hem meer zorgen. Hij vreest dat er schade is aan mijn meniscus en raadt mij een MRI-scan aan. Daar moet ik enkele weken voor wachten en ondertussen reis ik met Jonas, mijn kleinzoon, voor een week naar Dubai. Ik probeer thuis en in Dubai enkele keren wat te lopen maar die pijn is hardnekkig. Op zondag 5 mei mag ik naar de kliniek in Hasselt voor die scan maar al enkele dagen daarvoor voel ik niets meer, zelfs niet als ik 20 km loop. Op advies van Dieter laat ik die scan toch maken. Op dinsdag bel ik naar de huisarts voor het resultaat en dat valt tegen: hij vreest een stress-fractuur bovenaan het scheenbeen en hij adviseert mij om een specialist-orthopedist te raadplegen en voorlopig niet te lopen. Dat is een serieuze streep door de rekening. Ik twijfel wat, … ga toch trainen op dinsdag en donderdag en voel nog steeds niets aan die knie, … en beslis om toch de marathon te lopen.
We vertrekken op zaterdag even voor de middag en rijden rustig met de auto naar Namur via de gewone wegen. Onderweg nemen we onze picknick noodgedwongen in de auto want het weer is te nat en te koud om ergens buiten te zitten. Kort na de middag arriveren we in Namen en we mogen onmiddellijk in onze kamer in ons hotel. We droppen onze bagage en wandelen naar de overkant van de Maas waar men het hoofdkwartier voor de marathon heeft opgeslagen aan het Bloso-stadion. Ik krijg mijn nummer en een T-shirt en daarmee wandelen we terug naar ons hotel. We verkennen het oude centrum en besluiten bij een Italiaans restaurant voor de gebruikelijke pasta. In onze kamer maak ik alles klaar voor morgen en we kruipen vroeg in bed.
Zondagmorgen: ik heb geen wekker gezet, de zon schijnt al door het dakvenster van onze kamer en we zijn natuurlijk op tijd wakker. Zjan gaat ontbijten en ik eet mijn bolletjes in de kamer en doe mijn loopoutfit met het nieuwe shirt aan. Ik ga ook voor de eerste keer sinds meer dan 25 jaar een marathon lopen zonder bril. Om 8:40 u vertrekken we samen naar de start. We zien om 9 u de lopers voor de halve afstand vertrekken en dan stel ik mij op, samen met de 700 andere lopers want om 9:30 u mogen wij weg.
Het is nog fris maar aan de lucht te zien gaat het toch nog redelijk opwarmen. De start verloopt vlot op de brede boulevard en er kan onmiddellijk gelopen worden zonder veel hinder. We draaien rechts naar de Maas en gaan die over om op de linkeroever zuidwaarts te lopen. Na 5 km haal ik Louis Hufkens in. Louis is even oud als ik en hij liep in 1995 zijn eerste marathon. Nu zit hij al ruim boven 250 stuks. We babbelen even bij want het is al een tijd geleden. Louis wil ook graag een selfie maken met mij en daardoor raak ik mijn groepje kwijt. Er is wat wind maar die blaast nu in het voordeel. Straks moeten we ruim 20 km in de andere richting lopen en dan zullen brede ruggen om achter te schuilen welkom zijn maar helaas vind ik niet direct een nieuw groepje.
Op het zuidelijkste punt komt de eerste hindernis: de brug over de Maas. Aan de andere kant moeten we nu 20 km stroomafwaarts de rivier volgen. Halfweg passeren we het stadscentrum. De wind valt nogal mee en dat is maar goed want er zijn te weinig deelnemers om geschikte groepjes te vinden. Af en toe lukt het om even gezelschap te hebben maar nooit van lange duur. Het grootste gedeelte loop ik alleen. Na 28 km moeten we op het jaagpad rechtsomkeer maken. Ik heb daarnet de drie snelsten gekruist en wanneer ik terug loop kruis ik de lopers die trager zijn dan ik met onder andere ook Louis Hufkens. Een jongen van 18 jaar die zijn eerste marathon loopt komt bij mij en blijft netjes met mij meelopen, soms wat voor me, soms wat achter mij. Ik leer hem de kortste lijn lopen.
Zjan staat boven op de brug en ze heeft me al van ver zien aankomen dank zij mijn outfit maar natuurlijk herkent ze me al lang aan mijn weinig elegante loopstijl. Direct daarna moeten we die brug op. Na ongeveer 34 km moeten we terug de Maas over naar het oude centrum van de stad. Op de helling loopt de jongen van mij weg maar twee kilometer verder haal ik hem weer in. Het is heel lastig lopen in het centrum wegens de kasseitjes maar vooral omwille van de hellingen. Ik begrijp niet waarom men ons hier laat lopen. Die hellingen en zo’n wegbedekking op het einde van een marathon zijn absoluut niet welkom. Moest er veel ambiance zijn in de stad zou ik het nog begrijpen maar la ville de Namur semble morte le dimanche.
ik loop nog één keer de Maasbrug over en draai rechts de boulevard op. Ik zie de boog en versnel nog een beetje om onder 4:10 te kunnen blijven. Dat lukt: 4:09:31 is mijn eindtijd. De jonge Thomas eindigt 13 seconden voor mij. Ik ben daarmee best tevreden gezien de training: ik liep slechts 130 km in de laatste zes weken. Er startten 661 lopers, 631 komen er aan en ik eindig als 395ste. Er is geen klassering voor lopers van boven 65 jaar dus zit ik in de categorie +60 en daarvan ben ik de 12de. Moest er een afzonderlijke categorie zijn voor +65 zou ik de winnaar zijn want die elf lopers voor mij zijn allemaal jonger dan 65 jaar.
Zjan heeft me gezien en gefotografeerd en ik kan naar de recovery-tent en zij naar de uitgang daarvan. Ik krijg de medaille en nog een T-shirt. Er is fruit en rozijnen, zoute spullen, water, bier, … Ik drink twee biertjes en smokkel één bekertje mee buiten voor Zjan.
We wandelen terug naar ons hotel waar mijn vrouw weer voor een receptie heeft gezorgd. Daarna rusten we wat en ’s avonds gaan we lekker uit eten in de buurt want het is tenslotte ook moederdag vandaag.
We blijven nog een nacht in ons hotel, ontbijten, laden in en vertrekken tevreden naar huis.