door Clem Mertens
3 jaar geleden liep ik de nachtmarathon van Aalter. Op datzelfde parcours waren toen ultralopers bezig om in 24 uur zoveel mogelijk rondjes te lopen en ’s anderendaags zouden er andere atleten dat proberen te doen in een 6-uurrace. Dat prikkelde mijn nieuwsgierigheid. Zou ik er in slagen om 6 uur rondjes te draaien om een stuk voorbij de 42.195 km te geraken? Dat idee is blijven sluimeren maar door de hele coronakwestie niet aan bod gekomen. Stilaan zijn er toch weer organistoren die wedstrijden inrichten en er komt een mail van de 100 marathonclub dat ze opnieuw resultaten accepteren in de rangschikking. Het toeval wil dat de 6 uur van Aalter één van die eerste organisaties is die een officiële wedstrijd aankondigt en dus hak ik de knoop door en schrijf in. Ik laat het snelle intervalwerk met de club vallen en ga wat meer op uithouding trainen en cumuleer wat meer kilometers gedurende enkele weken. Ik plan om 40 km aan een rustig tempo te lopen in iets meer dan 4 uur en dan kan ik de rest eventueel afwisselend stappen en joggen om zo toch aan 50 km te geraken. Volgens de website zijn er 95 lopers ingeschreven.

Op zaterdag maak ik alles klaar, zorg voor voldoende koolhydraten en ga vroeg naar bed. Ik slaap behoorlijk maar ben toch wakker voor het weksignaal. U-dag, 18 juli 2021, begint met het traditionele ontbijt. Ik laad mijn sporttas en de koeltas in mijn auto en even na half acht vertrek ik voor een rit van anderhalf uur naar Aalter. Ik heb een parkeervignet gekregen en daarmee mag de auto langs het parcours staan zodat ik er elke ronde passeer en eventueel uit eigen bevoorrading kan putten. Het staat er al behoorlijk vol maar ik vind nog een plaatsje naast de camionette van Patrick Vandebeek. Meestal is Marc Bemong bij hem maar Patrick vertelt dat die na een prostaatoperatie en een valpartij met de fiets, die voor een zwaar gekneusde nek heeft gezorgd, de moed heeft verloren en denkt aan definitief stoppen met lopen. Dat zou natuurlijk heel spijtig zijn. Marc is één jaar ouder dan ik en vaak een concurrent geweest in een marathon. Hij was er ook bij toen ik 11 jaar geleden mijn honderdste marathon liep.

Ik wandel naar de speelplaats van de school. Daar liggen de matten om de doortochten te registreren na elk rondje van 944 meter. Ik krijg het nummer 1055 mee. Aan de auto zet ik de koeltas op het kofferdeksel. Ik heb water, ice tea, bananen en een stroopwafel in die tas. De dextrosetabletten steek ik in mijn gordel zodat ik daarvoor niet moet stoppen. Ik smeer vaseline en zonnecrème en zet een petje op want anders zal de zon ongenadig door mijn dun haar branden. Ik ga dan naar de startzone. Ik kan nog een aantal lopers begroeten die ik ken, onder andere van hun deelname aan mijn honderdste marathon.
Stipt om 10 u klinkt het startschot en een klein honderdtal lopers en loopsters begint aan het avontuur. Het is al behoorlijk warm geworden en de temperatuur zal nog flink oplopen.
Ongeveer om de drie ronden steek ik een dextrosetablet in mijn mond. Even voor de registratiematten staat de bevoorradingstafel, vlak tegen de looplijn. Ze hebben water, sportdrank en cola, er zijn stukjes banaan, appelsien, koekjes, winegums en zelfs zout staat klaar. Ik beperk me voorlopig tot water.
Wanneer ik aan mijn derde rondje begin komt de koploper mij al voorbij en begint aan zijn vierde ronde. Dat zal natuurlijk nog vaak gebeuren maar al snel kan ik ook anderen dubbelen.
Het eerste uur vliegt voorbij. Ik heb 9,3 km afgelegd. Ook het tweede uur gaat vlug en blijkbaar ben ik iets sneller gaan lopen want ik heb 19.3 km op de teller. In het derde uur blijft mijn tempo ongeveer hetzelfde want ik kom op 29,0 km als we halfweg zijn. ik haal een banaan uit mijn koeltas en eet die al lopend op. Ik haal de vier uur zonder problemen en ik beslis dan om al zeker te blijven lopen tot ik de marathonafstand heb volgemaakt. Dat is een feit na 4u20 en ik voel me nog steeds ok. Regelmatig gris ik een bekertje water mee. Het zijn herbruikbare bekers en we moeten die in klaar staande containers deponeren.
Met nog een kwartier voor de boeg zegt mijn verstand: ‘lopen’ maar mijn benen zeggen ‘stappen’.
Het deelnemersveld is al flink uitgedund en van wie nog in de wedstrijd is zijn er al vrij veel die aan ’t stappen zijn. Bij de bevoorrading riskeer ik het om een beker cola te nemen en dat valt goed mee. Ik beslis te proberen om te blijven lopen tot ik 50 km haal. Dat lukt in iets minder dan 5u30. Mijn doel is bereikt en ik heb nog ruim een half uur over om een bonus te genereren.

Mijn tempo is heel laag geworden. Ik heb nu 7 en zelfs 8 minuten nodig voor één kilometer maar ik ben nog niet gaan stappen. Met nog een kwartier voor de boeg zegt mijn verstand: ‘lopen’ maar mijn benen zeggen ‘stappen’. Ik ben op 200 meter van de bevoorradingstafel. Daar neem ik weer een beker cola en begin toch weer te lopen. Op het eindsignaal moet iedereen blijven staan. Er zijn medewerkers op het parcours en die komen met stoepkrijt een kruis op de grond zetten en daar schrijven ze je nummer bij. Met een meetwieltje wordt dan de restafstand gemeten. Omdat ik liefst zo dicht mogelijk bij de aankomstmat wil geraken voor die stop, ga ik zowaar nog versnellen in mijn laatste ronde. Ik slaag er in om net aan de dranktafel te geraken zodat ik iets kan drinken terwijl ik wacht op de markering van de afstand. Volgens mijn chrono en volgens mijn strava zou ik op 53.3 km uitgekomen zijn. Daarmee ben ik heel tevreden.
Mijn trots wordt nog wat groter!
Ik ga mijn borstnummer inleveren en krijg daarvoor in ruil de waarborg van 5 € en het T-shirt mee. Er zijn geen douches beschikbaar maar aan mijn auto verfris ik mij met wat ik daarvoor meebracht. Ik kleed me om en wandel dan terug naar de speelplaats. Dit was de tiende editie van de 6 uur-wedstrijd en daarom is er nu een receptie voor de deelnemers en supporters. Er zijn cava en appelsiensap, er zijn broodjes en frituurhapjes. Ik kan wel wat drinken maar eten gaat, zoals gewoonlijk, nog niet. Tijdens de wedstrijd liep ik een hele tijd met een jonge man en die vertelde dat zijn vriend, die ook meeloopt trouwens, een bier heeft gebrouwen. Daar wil ik wel eens van proeven en dat valt goed mee. Het heeft wat van Duvel. We praten wat na maar ik moet nog 140 km rijden en dus vertrek ik naar huis nadat ik via Whatsapp mijn resultaat gedeeld heb. De reacties laten niet op zich wachten. Ik voel bijna geen stijfheid, laat staan pijn in mijn benen als ik uitstap thuis. Wellicht heb ik heel de tijd onder mijn lactaatdrempel gelopen.
We drinken op deze ervaring, bestellen pizza en ik geniet nog na. ’s Anderendaags bekijk ik het resultaat op de site van de organisator en daar staat dat ik 54 413 meter heb afgelegd. Nog een stuk meer dus dan mijn Garmin heeft geregistreerd. In de uitslag staan 81 deelnemers waarvan er 9 zelfs niet de marathonafstand hebben gehaald. Ik ben 38ste geworden en dat is dus in de eerste helft. Mijn trots wordt nog wat groter!
Commentaires